Wat doet de facilitaire dienst in het Opus Dei?

Silvia Paternó is het hoofd van de facilitaire dienst van een centrum van het Opus Dei. Ze heeft een diploma in bedrijfsadministratie voor de dienstverlenende sector en regelt de huishoudelijke taken van een huis waar 35 mensen wonen.

In de centra van het Opus Dei die altijd christelijke thuishaarden zijn – zoals bijvoorbeeld in de studentenhuizen en huizen waar  beroepsmensen wonen – houdt de facilitaire dienst zich bezig met het regelen van het huishouden en schoonmaken van huis, keuken en kleding, net zoals dit in elk willekeurig gezin gebeurt. In dergelijke huizen zijn er aparte ruimtes die aangepast zijn aan het werk dat men ten behoeve van de facilitaire dienst verricht. Dit werk vergemakkelijkt, of beter gezegd, maakt het mogelijk dat al het apostolische werk van het Opus Dei gedaan kan worden. Het verandert zo – zoals de Heilige Jozefmaría zei – in het apostolaat van de apostolaten. Silvia Paternó leidt de facilitaire dienst van een centrum van 35 personen. Eerder maakte zij deel uit van het leidinggevende team van Villa Sacchetti, die de zorg draagt voor de mensen die samen met de Prelaat in het  het hoofdkantoor van het Opus Dei in Rome,wonen en werken in taken die te maken hebben met de pastorale leiding van het Opus Dei.

“De facilitaire dienst in de centra maakt het mogelijk, dat men dagelijks naast het beroepswerk aandacht kan geven aan activiteiten van christelijke vorming en aan andere apostolische bezigheden van het Opus Dei”.

“Maar” – zo vertelt Silvia – “ik heb ook in de verzorgende sector van kleinere centra gewerkt in Argentinië. In feite komt het werk op hetzelfde neer. Het gaat om het verzorgen van wat in de beroepswereld bekend staat als de ondersteunende diensten, waarbij men zich aanpast aan de feitelijke situatie van de personen die in het desbetreffende centrum wonen: jongeren of minder jongeren, vrouwen of mannen; mensen die een speciaal dieet moeten volgen… en het hangt ook af van het soort apostolisch werk dat daar wordt gedaan”.

Wat voor een beroepsopleiding hebt u?

“De facilitaire dienst in de centra maakt het mogelijk dat men dagelijks naast het beroepswerk aandacht kan geven aan activiteiten van christelijke vorming en aan andere apostolische bezigheden van het Opus Dei.”

“Ik heb bedrijfsadministratie in de dienstensector gestudeerd. Daarna heb ik mijn beroepsvorming aangevuld door aan verscheidene seminars deel te nemen en cursussen te volgen in management, leiding geven, personeelszaken (HR) en enkele specifieke cursussen over de diensten die ik op dit moment verzorg: voeding, het onderhoud van de woning, linnendienst en housekeeping.

Ik ben ervan overtuigd dat, zoals de heilige Jozefmaría zei, de vorming nooit eindigt. Het is belangrijk de beroepsuitdaging levend te houden om zo steeds beter werk af te leveren. Het regelen van het huishouden, heeft – net als ieder ander werk dat men wil heiligen – een daadwerkelijke beroepsvoorbereiding nodig.

Ik voelde me altijd al tot dit soort activiteiten aangetrokken. Ik heb dan ook nooit aan mijn beroepsroeping getwijfeld. Deze 25 jaren van hard werken hebben me – God zij dank – ontzettend veel voldoening gegeven, al waren er zo nu en dan ook momenten – ik ontken het niet – die minder geslaagd waren…”

Wat voor werkrooster volgt u normaal gesproken?

“De feestdagen – een verjaardag bijvoorbeeld – worden ook aan tafel gevierd met een meer uitgelezen maaltijd. Hoewel een deel van het dagelijks gebeuren – zoals voor de meeste personen – het reageren op onverwachte gebeurtenissen is, wordt het werk van de administratie niet geïmproviseerd, maar georganiseerd. Men organiseert alles ruim van tevoren, zodat de zaken met een zekere rust en orde gebeuren. Wat men dagelijks tot stand brengt, werkt voor zover men het van tevoren georganiseerd heeft.

Iedere dag worden de verschillende delen van het huis van begin tot eind volgens een vast rooster schoongemaakt. Vervolgens is er een tijd om in verschillende ruimtes te werken: keuken, eetzaal en waskamer. Men volgt een wekelijks of maandelijks rooster voor elke afdeling met de bijzonderheden van die dag: bijvoorbeeld leveranciers die zullen komen, het innemen van de lakens, handdoeken en kleding, een of andere viering die een speciaal menu met zich meebrengt, een bijzondere schoonmaak.

De feestdagen – een verjaardag bijvoorbeeld – worden ook aan tafel gevierd met een meer feestelijke maaltijd.

Tijdens periodieke bijeenkomsten wordt teruggekeken op het verloop van de werkzaamheden en worden eventuele problemen die zich hebben voorgedaan, opgelost en suggesties ter verbetering van elk soort werk bekeken.

Verder is wat ik noem de “tijd voor het bureau”, erg belangrijk om wat ik aan het begin zei, vorm te geven. In die uren bestudeer ik een overzicht van de organisatie, stel ik het menu van de volgende maand samen, maak ik de lijst met boodschappen, bereid ik een begroting voor, luister ik naar de personen die iets willen bespreken enzovoort, enzovoort… wat iedere vrouw die zich met het huishouden bezig houdt zich kan voorstellen.

Wat voor houding er nodig is? Begrijpen en houden van wat het betekent om een huishouden te runnen, een grote liefde voor dit soort werk hebben, het kiezen als professionele roeping, liefde hebben voor het concrete werk, kunnen werken in teamverband en kunnen delegeren.”

“Wat voor houding er nodig is? Begrijpen en houden van wat het betekent om een huishouden te runnen, een grote liefde voor dit soort werk hebben, het kiezen als professionele roeping, kunnen werken in teamverband en kunnen delegeren.”

Beschikt u over gespecialiseerd personeel?

“Ja, over het algemeen beschikt men over personeel dat op de verschillende terreinen gespecialiseerd is, maar deel van het werk is ook hun vorming; er zijn bijvoorbeeld heel wat jonge mensen die zich in dit beroep willen bekwamen. Het is belangrijk te leren hoe je moet onderwijzen, het op een verrijkende manier doorgeven van de ervaring aan degenen die deel uitmaken van het team.”

Wat voor soort kwaliteiten heeft men nodig om dit werk uit te voeren?

“Dat is een lastige vraag om kort te beantwoorden. In de eerste plaats denk ik dat je goed moet beseffen wat het betekent om een huishouden te runnen en moet je daarvan houden. Het betekent ook het creëren van een thuis en een grote liefde hebben voor het soort werk dat het huishouden met zich meebrengt. Vervolgens moet je het als professionele roeping kiezen met alle toewijding en voorbereiding die nodig is omdat je denkt dat je de talenten ervoor hebt, omdat je het leuk vindt en omdat je het – net als ieder ander werk – als een manier ziet om anderen te dienen.

Afdalend naar concretere details – naast die van de specifieke technische details – zou ik willen benadrukken dat tot de noodzakelijke competenties behoren: het hebben van een overzichtsvisie om de drijfkracht achter de gang van zaken en het verloop van al de diensten gaande te houden, de liefde voor het concrete en het in teamverband kunnen werken en kunnen delegeren; “doen laten doen” zoals de Heilige Jozefmaria zei, en dit met vertrouwen in de persoon. Ook lijkt het mij belangrijk om een goede smaak te hebben en gevoel voor esthetiek: mooi is belangrijk voor goed leven.

Daarnaast zou ik de noodzaak van een zeker gevoel voor orde willen benadrukken en het kunnen waarderen van verkregen ervaring evenals het hebben van een open en flexibele houding wanneer het gaat om veranderingen en nieuwe situaties.

Natuurlijk wordt niemand alwetend geboren. Ik herhaal daarom dat het me erg belangrijk lijkt het verlangen om te leren en te verbeteren levend te houden.”

Zou het niet beter zijn dat de personen van het huis, de inwoners, meer tijd aan deze taken zouden besteden? Zo zou men ook minder personeel nodig hebben in de verzorgende sector?

“Degenen die in het desbetreffende centrum wonen, net als bij ieder huisgezin, werken op een actieve manier samen met behoud van een totale scheiding en onafhankelijkheid. Ze respecteren het rooster van de maaltijden, geven de kleding op de afgesproken dag af om te laten wassen, zorgen ervoor dat de kamers op orde en geventileerd zijn voordat het schoonmaakteam langs komt en waarschuwen van tevoren wat er die week aan bijzonders kan zijn. Al deze dingen, ook al lijken het normale en dagelijkse bezigheden, vergemakkelijken het werk enorm.

Dit beroep moet goed beloond en in de maatschappij op zijn juiste waarde geschat worden. Ook lijkt het mij een positieve ontwikkeling dat de mannen steeds meer meehelpen met huishoudelijke bezigheden.

“Dit beroep moet goed beloond en in de maatschappij op zijn juiste waarde geschat worden. Ook lijkt het mij een positieve ontwikkeling dat de mannen steeds meer meehelpen met huishoudelijke bezigheden.”

Aan de andere kant veronderstellen de zorg en het onderhoud van de centra van het Opus Dei – die door het apostolisch werk dat in ieder centrum verricht wordt gewoonlijk vrij groot zijn – ook vele andere bezigheden aandacht en reparaties die door de inwoners worden verricht.

De facilitaire dienst in de centra maakt het mogelijk dat men dagelijks – behalve het beroepswerk – ook de activiteiten van christelijke vorming kan verzorgen en aandacht kan geven aan de apostolische taken van het Opus Dei.

Verder denk ik dat dit werk een belangrijke, sociale repercussie heeft: een verzorgd huis, een schone en blije sfeer, een warme maaltijd wanneer het koud is (en omgekeerd) wordt dankbaar aanvaard; maar is tegelijkertijd eisend: het schone roept het schone op, het verzorgen van de stiptheid…; en aangezien het iets goeds is, breng je deze sfeer, bijna zonder je het bewust te zijn, naar je werkplek, naar openbare gelegenheden, naar de bijeenkomsten met je vrienden; en zo wordt het samenleven vergemakkelijkt, alles wordt vriendelijker: dat wil zeggen we dragen ons steentje bij aan het bevorderen van het familieleven door bij te dragen aan de eenheid in een maatschappij die vaak tekenen van scheuring en uiteenvallen laat zien.”

En levert het wat op?

“Winstgevendheid is geen eenduidig criterium, aangezien er vele variabelen in meespelen die moeilijk in cijfers zijn weer te geven. Er zijn vele zaken die misschien weinig winstgevend lijken als je het in economische cijfers wilt uitdrukken, maar die een groot menselijk en bovennatuurlijk effect hebben. Als u het me toestaat, zou ik u willen vragen hoe rendabel het werk van een moeder is die voor de opvoeding van haar kinderen zorgt, of over een zieke waakt. Het lijkt me dat het onbetaalbare aspecten zijn die van essentieel belang zijn voor de maatschappij.

Aan de andere kant genereert een beroepsmatige aandacht aan deze diensten ongetwijfeld zijn winst. Het gaat om diensten waarbij rekening wordt gehouden met de begroting van ieder willekeurig huisgezin met betrekking tot voedsel, kleding en ga zo maar door. Het gaat om het rationeel benutten van de middelen. Men vermijdt zo veel onkosten, zoals bijvoorbeeld van dure producten of diensten die men vaak moet betalen door gebrek aan tijd (voorgekookt voedsel, wasserette, een grotere hoeveelheid kleding of schoonmaakmiddelen), men gebruikt de dingen totdat ze op zijn door ze goed te onderhouden, opnieuw te gebruiken, enz.

Tegelijkertijd ben ik van mening dat dit beroep – dat van grote klasse is – goed beloond moet worden en aanzien moet genieten in de maatschappij.”

Denkt u dat – in het algemeen gesproken – de vrouwen meer aanleg hebben voor het runnen van een huishouden dan mannen?

“Ja, natuurlijk, en dat gaat ten nadele van niemand, ook al is het ook waar dat de mannen tegenwoordig meer meewerken in huis omdat vele vrouwen buitenshuis werken. En dat lijkt me een positieve ontwikkeling. De rol van de vrouw is onvervangbaar omdat zij van nature kwaliteiten heeft waardoor ze leven aan de mensheid kan geven, om het uit te drukken met de woorden waarmee iemand de gedachte van Johannes Paulus II in Mulieris Dignitatem heeft samengevat. Het is aan de vrouw om de kwaliteiten tot bloei te laten komen en vruchten voort te brengen.”

Zijn al de personen die in de facilitaire dienst van de centra van het Opus Dei werken lid van het Opus Dei?

“Nee. Dat hangt van de centra, van de landen, enz. af. Normaal gesproken worden het werk en de diensten geleid door mensen van het Opus Dei die dat beroep hebben: over het algemeen zijn dat vanwege hun grotere beschikbaarheid, numeraires en numeraires-auxiliaires; maar in conferentieoorden en in vele andere centra wordt deze taak ook door personen verricht die niet van het Opus Dei zijn.”