“Ik probeer tot innerlijke rust te komen en deze rust naar de buitenwereld over te brengen”

Catlyne, afkomstig uit Antwerpen, moeder van drie kinderen en grootmoeder van zeven kleinkinderen, oud gemeenteraadslid in Schilde, vertelt ons hoe zij dag in dag uit leeft volgens de geest van het Opus Dei.

Catlyne, hoe hebt u het Opus Dei leren kennen?

Ik heb het Opus Dei ongeveer dertig jaar geleden leren kennen, dankzij een Oostenrijks meisje dat een tijdje bij mij heeft gelogeerd. Zij ging regelmatig naar een centrum van het Opus Dei in haar land. Kort daarvoor was mijn moeder overleden. Ik was verwonderd door de spirituele en menselijke rijpheid van dit jonge meisje ten opzichte van mijn verdriet en mijn vraagstelling. Dat heeft me ertoe aangezet contact op te nemen met een centrum van het Opus Dei in Brussel, aangezien er nog geen centrum was in Antwerpen op dat moment.

Wat trok je aan in deze vormingsmiddelen om er zulke grote afstanden voor af te leggen?

Wat me gefascineerd heeft is dat de geest van het Opus Dei eenheid en zin gaf aan mijn leven als moeder: leven voor diegenen die me omringen in relatie met God, in dienst te staan van Iemand die veel groter is dan ons … Al deze zaken die voor mij heel erg nieuw waren, vertelde ik aan mijn man, die anglicaan is.

Een anglicaanse man en een vrouw die lid is van het Opus Dei: dat moet botsen! Absoluut niet. In het begin stond mijn man een beetje sceptisch tegenover dit alles. Maar we hebben altijd goed met elkaar kunnen praten en naar elkaar kunnen luisteren. Ik heb nooit de intentie gehad mijn man te “indoctrineren”. En hij heeft altijd opengestaan voor de dingen die ik hem vertelde. Ik meen te mogen zeggen dat hij meer houdt van de Kerk en de paus dan vele katholieken…

Hij is naar Polen gereisd voor zijn werk en is het centrum van het Opus Dei in Warschau gaan bezoeken, dat net was geopend. Hij was heel erg verrast om te zien hoe de eerste leden leefden in Polen, namelijk in grote armoede … om eerlijk te zijn, ze hadden niets en sliepen op geleende matrassen op de grond! Maar tegelijkertijd was er al een ruimte gereserveerd voor de kapel en het tabernakel.

We hebben de mogelijkheid gehad om personen van het Opus Dei te ontmoeten in Afrika, Latijns Amerika en India. Elke keer opnieuw vonden we overal dezelfde vreugde en vrede, hetzelfde verlangen om te dienen, en de blijde boodschap te verspreiden bij iedereen, zonder onderscheid! Mijn man is altijd geïntrigeerd door deze sereniteit, door deze vreugde, door de positieve instelling van al deze mensen… en bovenal was hij verbaasd over hun open en begripvolle geest.

Deze levenshouding heeft me enkele jaren later geïnspireerd wanneer ikzelf met geschillen en misverstanden te maken kreeg. Ik leerde alles toe te vertrouwen aan het gebed, om alles in de handen van de Heer te leggen en te vergeven. Later is mijn man geconfronteerd met gelijkaardige moeilijkheden en heeft hij dezelfde houding aangenomen, aangezien hij heel goed wist waar ik mijn kracht vandaan haalde …

Wat betekent het apostolaat voor u?

Voor mij betekent het apostolaat om te proberen de blijde boodschap van het Evangelie concreet te verspreiden, vooral aan mijn familie, kleinkinderen en aan mijn vriendinnen. Ik heb geleerd om Christus te herkennen in anderen, om iedereen als een schat of een prins te beschouwen, als een kind van de grote Koning.

Voor enkele jaren kwam er een groepje vriendinnen samen bij mij thuis om over filosofische thema’s te praten, en sinds een hele tijd proberen we ons samen te verdiepen in de Catechismus van de Katholieke Kerk, om zo het geloof beter te leren kennen.

Mijn man en ik organiseren een conferentie over kardinaal Newman, die in het kort zal plaatsvinden. We hebben zijn heiligverklaring in september van dichtbij gevolgd, en waren hierdoor diep getroffen. Mijn man was heel erg trots op hoe Groot-Brittannië en haar landgenoten de Heilige Vader hebben ontvangen en was ook zeer onder de indruk om te zien hoe Benedictus XVI de harten van al deze mensen weet gerust te stellen, terwijl hij heel erg duidelijk is in wat hij te zeggen heeft.

U hebt gewerkt als gemeenteraadslid voor de gemeente Schilde. Welke impact heeft het Opus Dei op uw politieke werk?

De Prelatuur komt niet tussen in mijn persoonlijke keuzes of politieke opties. Daarentegen, dankzij mijn roeping, probeer ik mijn innerlijke rust naar buiten te brengen. Zo was mijn hoogste doel altijd het verenigen van mensen, los van onze verschillen op het gebied van taal en sociale positie. We moeten proberen de gelijkenissen te benadrukken, zoals het feit dat we in dezelfde stad wonen, dat we ouders zijn, dat we het goede willen voor de ander … Ik probeer ook mijn werk te heiligen, dit wil zeggen: het op te dragen aan God en het zo goed mogelijk proberen te doen, proberen het leven aangenaam te maken voor mijn naasten elke dag opnieuw: mijn familie, vrienden, collega’s … Ik zal hierin niet altijd slagen, maar ik probeer het in ieder geval steeds opnieuw.

Verder heeft de christelijke geest me geleid om me te engageren voor ontwikkelingslanden, voornamelijk voor Kongo, waar ik meewerk aan enkele projecten samen met andere mensen van het Opus Dei. Ik steun bijvoorbeeld Eliba, een prachtig initiatief om vrouwen en jonge meisjes te leren lezen en schrijven, om tot een betere gezondheidszorg te komen, en de voorwaarden en technieken voor het werken in de tuin te verbeteren… Toen in 2002 mijn man en ik het project zelf zijn gaan bezoeken, waren we verbaasd over wat er al bereikt was. We hebben het ziekenhuis Monkole in Kinshasa bezocht dat opgericht is door mensen van de Prelatuur. De netheid en waardigheid vallen op, ondanks de moeilijke omstandigheden … Ik herinner me nog goed dat een patiënt me zei: “Ik wordt beter behandeld in Monkole dan ik ooit in Brussel zou kunnen worden behandeld”.

We werden getroffen door het feit dat ontwikkelingssamenwerking zich ook moeten laten inspireren door wat ik « intellectuele liefdadigheid » zou noemen: we moeten niet enkel materiële zaken geven, maar we moeten alles geven, ook onze kennis, ons vertrouwen en uiteindelijk … onszelf.

Is er een bepaald aspect van het Opus Dei waarmee u het moeilijk hebt om het naar de praktijk om te zetten?

Ah ! Ook al vervult mijn gebedsleven me, het is een dagelijkse uitdaging. Ik probeer dagelijks naar de mis te gaan en mijn ervaring heeft me geleerd dat het beter is zo vroeg mogelijk te gaan. Ook probeer ik om elke keer na de mis enkele minuten te bidden. ’s Middags bid ik het Angelus. De rozenkrans bid ik voornamelijk wanneer ik met de auto op stap ben…

De hele dag lang, probeer ik me eraan te herinneren dat ik in Gods’ aanwezigheid verkeer. De afbeeldingen van Maria die aanwezig zijn in verschillende kamers van ons huis helpen me hierbij. Ik ontferm me ook over mijn man die niet meer goed ziet en niet langer rijdt en ik probeer te glimlachen. De glimlach is voor mij essentieel in het leven van elke dag, voor de anderen en ook voor de Heer …