“Met volhardend gebed”

Vader, zei je me, ik maak veel vergissingen en fouten. Dat weet ik wel, heb ik je geantwoord, maar Onze Lieve Heer weet het ook en Hij houdt er rekening mee. Hij vraagt je alleen de nederigheid om het toe te geven, en de inzet om je te beteren, zodat je Hem steeds beter kunt dienen: met meer innerlijk leven, met volhardend gebed, met vroomheid en met behulp van de geschikte middelen om je werk te heiligen. (De Smidse, 379)

Op de eerste plaats het geestelijk leven. Er zijn weinig mensen die begrijpen wat dat is! Ze denken daarbij al gauw aan de duisternis van een tempel, of zelfs aan de bedompte sfeer van sommige sacristieën. Al meer dan een kwart eeuw zeg ik dat het niet zo is. Ik heb het over het geestelijk leven van gewone christenen, die frisse lucht inademen in een open wereld en die Jezus voor ogen hebben op straat, op hun werk, in hun gezin en in hun vrije tijd. Dat is toch een leven van voortdurend gebed? Voel je de behoefte niet om een mens van gebed te zijn waardoor het contact met God jou kan vergoddelijken? Dat is het christelijk geloof en zo hebben mensen van gebed het altijd begrepen. Een mens wordt God, schrijft Clemens van Alexandrië, omdat hij bemint wat God bemint. (H. Clemens van Alexandrië, Paedagogus 3, 1, 1, 5 [PG 8, 556])

In het begin zal het moeite kosten. Je zult je moeten inspannen om je tot de Heer te richten en Hem te bedanken voor zijn vaderlijke en concrete goedheid. Maar geleidelijk wordt de liefde van God tastbaar – hoewel het niet om gevoelens moet gaan – en is zij een aanmoediging voor de ziel. Het is Christus die ons vol liefde achtervolgt: Zie, ik sta aan de deur en klop (Apok. 3, 20). Hoe staat het met jouw gebedsleven? Voel je in de loop van de dag het verlangen om rustig met Hem te spreken? Zeg je Hem dan niet: straks zal ik U dit of dat vertellen, straks ga ik er met U over praten?

Christus komt langs, 8

Ontvang berichten per e-mail

email