“Het gebed wordt constant als het kloppen van het hart”

Als je werkelijk een boetvaardige ziel wilt zijn - boetvaardig en blij - moet je in de eerste plaats je dagelijkse tijden van gebed veilig stellen, tijden van intiem, edelmoedig en langdurig gebed! En niet bidden als je er zin in hebt maar, als het enigszins kan, op vaste tijden. In die details moet je strikt zijn! Wees slaaf van deze dagelijkse eredienst aan God, dan kan ik je verzekeren dat je je constant blij zult voelen. (De Voor, 994)

Hoe staat het met jouw gebedsleven? Voel je in de loop van de dag het verlangen om rustig met Hem te spreken? Zeg je Hem dan niet: straks zal ik U dit of dat vertellen, straks ga ik er met U over praten?

In de tijd die wij voor het gesprek met onze Heer reserveren spreekt het hart zich uit, wordt onze wil gesterkt en ziet ons verstand met de hulp van de genade ons leven in een bovennatuurlijk licht. De vruchten daarvan zijn duidelijke, praktische voornemens om je te beteren, om attent te zijn en iedereen met liefde te behandelen, om je met het vuur van een goede sporter volledig in te zetten voor deze christelijke strijd van liefde en vrede.

Het gebed zal constant worden als het kloppen van het hart, als de polsslag. Zonder deze aanwezigheid van God is er geen sprake van contemplatief leven. En zonder contemplatief leven is onze inzet voor Christus weinig waard, want het zwoegen van de bouwlieden is tevergeefs als God het huis niet ondersteunt. (Ps. 126, 1)

Om heilig te worden heeft de gewone christen geen habijt of ander uiterlijk teken nodig. Hij is geen kloosterling en hij trekt zich niet uit de wereld terug, omdat de wereld de plaats is waar hij Christus ontmoet. Hij onderscheidt zich door het innerlijke: door het voortdurend aanwezig hebben van God en door de geest van versterving. In feite gaat dit samen, want versterving is niets anders dan het gebed van de zintuigen.

Christus komt langs, 8-9

Ontvang berichten per e-mail

email