Van 100 zielen, zijn er 100 belangrijk

De heilige Jozefmaria had bij de stichting op 2 oktober 1928 gezien dat het Opus Dei zich zou moeten richten tot alle mensen.

Tijdens een uitreiking van eredoctoraten aan de Universiteit van Navarra

De heilige Jozefmaria had bij de stichting op 2 oktober 1928 gezien dat het Opus Dei zich zou moeten richten tot alle mensen.

"Alle mensen gaan ons ter harte", zei hij. En inderdaad de eerste mensen die hem volgden waren zeer heterogeen: studenten, arbeiders, kunstenaars.... Ook de huidige praktijk van het Opus Dei, waarvan de gelovigen voortkomen uit verschillende rassen, culturen, beroepen en sociale lagen, is een sprekend bewijs voor de waarheid van die stelling. Hij heeft altijd gezegd, “Van honderd zielen, zijn er honderd belangrijk.”

"Overal waar eerlijke mensen wonen, daar kunnen we aanwezig zijn. We moeten daar naar toe gaan met onze vreugde, met onze innerlijke vrede, met onze wens de zielen naar Christus te brengen. Ook waar de intellectuelen zijn? Ja, ook daar waar de intellectuelen zijn. Ook waar de arbeiders zijn? Ja, ook daar waar zij zijn. En welk werk van deze twee is het beste? Ik geef jullie hetzelfde antwoord als altijd: het werk dat met de meeste liefde voor God gedaan wordt, is het meeste waard. Wanneer jullie werken en jullie vriend, collega of buurman meehelpen zonder dat hij het merkt, dan zijn jullie Christus die geneest, Christus die met alle mensen gelijkelijk omgaat."

De heilige Jozefmaria met enige mijnwerkers

Duizenden mannen en vrouwen

Tegelijkertijd was de stichter zich bewust van de grote invloed die de intellecutelen op de ontwikkeling van de hele samenleving hebben. "We dienen ervoor te zorgen dat alle intellectuele activiteiten worden gedragen door integere mensen met een authentiek christelijk geweten en een consequente levenswijze, die de instrumenten van de wetenschap in dienst stellen van de mensheid en van de Kerk." Hij vergeleek ze soms met de eeuwige sneeuw op de bergtoppen, want hij wenste dat ze, door de warmte van Christus te ontvangen, de dalen en uiteindelijk het hele land, de hele maatschappij, zouden bevruchten.

Sinds zijn rechtenstudie in Zaragoza was Jozefmaria steeds in contact met de universiteit gebleven. Hij moedigde jongeren aan om serieus en diepgaand te studeren op hun eigen vakgebied, bewust van hun sociale verantwoordelijkheid, en om even serieus de waarheden van het christelijke geloof te bestuderen.

Kennis en geloof

Pamplona, 8 oktober 1967

In 1952, na het initiatief met veel gebed te hebben voorbereid, gaf hij de aanzet tot de oprichting van de Universiteit van Navarra, in de Spaanse stad Pamplona. Hij beschouwde het als een centrum waar wetenschap, onderzoek en humanistische cultuur bevrucht zouden worden met het licht van het geloof. “Van tijd tot tijd, steeds op dezelfde monotone wijze, proberen sommigen het valse twistpunt op te rakelen dat geloof en wetenschap, menselijke rede en goddelijke openbaring niet met elkaar te verenigen zijn. Dat die twee polen erlkaar uitsluiten, kan slechts schijnbaar juist lijken als de werkelijke gegevens van het probleem niet goed begrepen worden.

Daar de wereld uit de hand van God is voortgekomen, daar hij de mens geschapen heeft naar zijn beeld en gelijkenis, en hem een vonk van zijn licht heeft gegeven, moet ons verstand - al is het ten koste van zwatre inspanning - de goddelijke zin, die van nature in alle dingen ligt, kunnen achterhalen. En in het licht van het geloof zullen wij ook de bovennatuurlijke zin ervan ontdekken, die voortvloeit uit onze verheffing tot de orde van de genade. Wij mogen geen angst hebben voor de wetenschap, want elk wetenschappelijk werk, om het even van welke aard, is op de waarheid gericht, als het echt wetenschappelijk is.”

De Universiteit van Navarra verkreeg steeds meer prestige daar deze actief meewerkte in de onderzoekswereld en aan de studenten uitmuntend onderwijs werd gegeven. In 1967 vierde de heilige Jozefmaria een Mis op de campus van de universiteit. Bij deze gelegenheid verduidelijkte hij dit aspect: "De instellingen die het Opus Dei als zodanig bevordert, zijn door en door wereldlijk. Het gaat hier niet om kerkelijke instellingen die in naam of in opdracht van de kerkelijke hiërarchie opgezet worden, maar gewoon om initiatieven voor menselijke, culturele en sociale ontplooing, die door burgers in het leven geroepen en geleid worden. Maar dan wel burgers die ernaar streven om in die instellingen het licht van het evangelie en de warmte van de liefde van Christus te verspreiden."

Onder zijn stimulans werd in 1969 in Peru ook de Universiteit van Piura gesticht. In de loop van de jaren zouden er nog verschillende universiteiten bijkomen, verspreid over de hele wereld.

London, 15 augustus 1961

Tegelijkertijd gaf Jozefmaria Escrivá de aanzet tot de oprichting van scholen waar de intellectuele vorming gecombineerd wordt met een persoonlijke begeleiding van de leerlingen, gericht op de ontwikkeling van de deugden. Op deze scholen spelen de ouders een heel belangrijke rol. Zij vervullen hun taak als de eerste opvoeders. Dat model was een pedagogische noviteit.

In dezelfde geest zijn er in verschillende landen agrarische scholen voor de vorming van boeren, technische beroepsopleidingen, scholen voor de ontwikkeling van de vrouw, consultatiebureaus, klinieken enz. ontstaan.