“Johannes-Paulus II - generatie”

Oriane is verpleegster, gehuwd, moeder van vijf kinderen en lid van het Opus Dei. Zij legt ons uit welke plaats Johannes-Paulus II ingenomen heeft in haar geloofsweg en haar roeping.

Wat was uw geloofsweg?

Mijn ouders hebben mijn zus en mijzelf een zeer “open” opvoeding gegeven. Zo hebben wij bijvoorbeeld het geluk gehad veel te reizen. Maar ondanks de vele interessante ervaringen, bleef ik een leegte in mijn hart voelen.

Rond mijn 16, 17 jaar heb ik deelgenomen aan de pelgrimstocht Warschau-Czetochowa, een hele tijd voor de val van de Berlijnse muur, in het begin van het pontificaat van Johannes-Paulus II. Wij werden ontvangen door families die in vreselijke omstandigheden leefden. Desondanks straalden die personen en waren zij enorm vrijgevig: ondanks hun armoede wilden zij ons de enkele waardevolle spullen die zij bezaten, geven. Een heel contrast met de sfeer van de verschillende vakantieoorden die ik tot dan toe bezocht had…

Tijdens die pelgrimstocht ben ik getuige geweest van een scène die mij enorm getroffen heeft. Tussen de pelgrims waren er enkele seminaristen die een badge droegen met de beeltenis van de zwarte Maagd van Czestochowa. Ik zag een politieagent de badge van een seminarist die naast mij stapte, losrukken en vertrappelen. Terwijl de jongeman, heel sereen, de beeltenis opraapte, begon de politieagent hem te slaan en te schoppen…

Die ervaring was mijn weg naar Damas. Het heeft heel mijn schooljaar beïnvloed. Ik ben toen begonnen mij voor Polen in te zetten. En ik denk dat het mij uiteindelijk ook beïnvloed heeft in mijn studiekeuze, namelijk verpleging.

Met Polen, de zwarte Maagd van Czestochowa, de wereldjongerendagen en de grote bewondering die ik altijd voor de paus uit Krakau gehad heb, denk ik dat men mij mag beschouwen als behorende tot de “Johannes-Paulus II - generatie”.

Maar wat heeft u naar het Opus Dei geleid ?

Een Australische studente is een tijdje komen logeren bij ons thuis, in Waver. In haar land ging zij naar de vorming verzorgd door het Opus Dei. Wat mij aangetrokken heeft in die instelling van de Kerk is vooreerst dat het geholpen heeft een bepaalde leegte in mijn vorming te vullen. Zo bijvoorbeeld had ik op mijn 18 jaar het sacrament van het vormsel nog niet ontvangen.

Wat mij daarnaast aangetrokken heeft is het ideaal om het werk goed uit te voeren, om de zaken te verzorgen, om te strijden in de ontwikkeling van de menselijke deugden, dat alles om Gods’ liefde: ik was destijds opgevoed met een voorliefde voor de schoonheid, dankzij mijn moeder die schilderijen restaureert en mijn vader die mij een liefde voor goed afgeleverd werk meegegeven heeft. De idee dat wij God konden vinden in de dagdagelijkse bezigheden heeft mij bekoord.

De roeping tot het Opus Dei heeft mij een enorme vrede gebracht: zij heeft mij een essentiële zaak geleerd, namelijk dat ik kind van God ben, geliefd door een Vader die mij liefheeft “met een liefde groter dan die van alle vaders en moeders in de wereld samen”, zoals de heilige Josemaría zei. Voor een huismoeder zoals ik, is de vrede onontbeerlijk, want in een huishouden moet men complexe situaties het hoofd kunnen bieden. Als men de innerlijke vrede heeft, kan men een andere zin geven aan de dingen die men doet, door ze te doen onder de blik van God, door ze aan Hem op te dragen.

Het Opus Dei spreekt van de “heiliging” van het werk: wat betekent dat voor u?

De “vervelende” zaken met vreugde en liefde doen. Enkele jaren geleden, tijdens een expositie van de gekende juwelier Fabergé, die voor het Russisch keizerlijk hof werkte, merkte ik op hoe die artiest ook het interieur van de voorwerpen verfraaide. Wel, in het Opus Dei is het ook het innerlijke van de mens die op de eerste plaats staat: het werk “heiligen” is geen zucht naar perfectionisme, maar eerder de reflectie van de innerlijke mooiheid van de ziel, waar Gods’ Liefde en naastenliefde moeten heersen.

Dat ideaal vind je ook terug in het familieleven: men probeert niet alleen dat de gezinswoning er proper en verwelkomend uitziet, maar ook dat het een plaats is waar liefde en vertrouwen heersen, vriendelijkheid en aandacht voor de anderen…

Hoe beleeft u uw geestelijk leven tijdens de dag?

Vooreerst de Mis. Mijn man en ik organiseren ons iedere dag zodanig dat de Mis in ons uurrooster “past”. Voor het ogenblik gaan wij iedere dag om 7 uur in de ochtend naar de Mis. De Mis is ook een prioriteit tijdens onze vakanties. Daarnaast het gebed en de rozenkrans. Wij hebben het geluk de rozenkrans in gezinsverband te bidden, met onze kinderen. Wij hebben die gewoonte aangenomen in 2002, wanneer Johannes-Paulus II gevraagd heeft de rozenkrans in het gezin te bidden… Dat leek ons onmogelijk maar wij dachten “als Johannes-Paulus II het vraagt, vooruit dan maar!”. Ieder kind leidt een tientje van de rozenkrans en zij zijn zeer blij! Wij stellen ons allen onder de bescherming van de Maagd.

Wat betekent het woord “apostolaat” voor u?

Voornamelijk een erkentelijkheidschuld ten aanzien van de Heer die ons zoveel gegeven heeft! Het is als een schat dat men wilt delen met al zijn vrienden.

Mijn man en ik bereiden koppels voor op het huwelijk door middel van een cursus dat wij “Zijn huis op de rots bouwen” genoemd hebben en wij zijn monitors van de “Billings” methode van de natuurlijke geboorteregeling… Hoe meer ik nadenk over het huwelijk, hoe meer ik mij in de formule van Mgr Léonard kan vinden: men moet leven in een “huwelijk met drie, de man, de vrouw en God in het midden”.

Gaat u naar de zaligverklaring van Johannes-Paulus II?

Natuurlijk gaan wij, met het hele gezin, maar ook met een jonge premonstratenzer die wij als het ware “geadopteerd” hebben en met drie petekinderen… Wij hebben drie dagen moeten zoeken om een slaapplaats in Rome te vinden!