“Het geheim van het Opus Dei: er zijn geen geheimen”

Twee recensies uit ‘rkkerk.nl’ over de boeken: ‘Opus Dei: Secrets and power inside the catholic Church’ (John Allen) en ‘Opus Dei’ (Ria Bongaarts).

Twee boeken met dezelfde titel (Opus Dei), één van het Opus Dei (auteur: Ria Bongaarts), één over het Opus Dei (van de hand van ‘Vatican watcher’ John Allen) Het eerste boek telt 112 blz., het tweede ruim 400. Maar wie denkt met dit verschil bewijs in handen te hebben dat het Opus Dei inderdaad veel te verbergen heeft, komt bedrogen uit: John Allen gaat weliswaar in op alle controverses die aan het Opus Dei kleven, maar concludeert dat die over het algemeen op verkeerde beeldvorming en argwaan berusten.

Het boek De Da Vinci Code en de daaropvolgende film, waarin het Opus Dei als sinistere Organisatie wordt afgeschilderd – inclusief een moordende en zichzelf geselende albino monnik – heeft die beeldvorming geen goed gedaan. Temeer daar de auteur, Dan Brown, in het voorwoord stelde dat zijn werk weliswaar een fictief verhaal betrof, maar dat die was opgehangen aan (historische) feiten. Die claim moet echter met meer dan één korreltje zout worden genomen (eerder moet gedacht worden aan de volledige zoutwinning bij Boekelo), zo wel wat betreft Jezus’ relatie met Maria Magdalena als het beeld dat van Opus Dei wordt geschetst.

‘Guiness Extra Stout’ bier

Opus Dei maakt het zichzelf ook niet gemakkelijk, concludeert John Allen in het eerste hoofdstuk. Het Werk, zoals Opus Dei ook wel bekend staat, is vooral goed om te zeggen wat het niet is: het is geen congregatie of orde, maar óók geen lekenbeweging: er behoren immers ook priesters tot het Opus Dei.

De aard van het Opus Dei heeft Allen dan al middels een fraaie metafoor toegelicht: hij vergelijkt het met ‘Guiness Extra Stout’ bier, en in een tijd waarin de biermarkt wordt gedomineerd door lichte bieren is een onveranderlijk straffe biersoort voor puristen aantrekkelijk. Het zal nooit de markt domineren, daarvoor is de smaak te sterk, maar zal altijd een schare liefhebbers hebben, aldus Allen.

Shannon

Allen vertelt in zijn boek niet alleen de feiten over Opus Dei, maar gaat eveneens uitgebreid in op de controverses rond het Werk. Een deel daarvan is overigens terug te voeren op de slechte naam die het Opus Dei zich in de loop van zijn bestaan heeft verworven, versterkt door de complottheorieën.

Ook John Allen werd daarmee geconfronteerd. Hij beschrijft dat een ex-lid van Opus Dei wel met hem wilde praten, maar eerst wilde weten of Allens vrouw Shannon lid was van het Opus Dei. De auteur kon ontkennend beantwoorden: zijn joodse vrouw stond ambivalent tegenover het r.-k. geloof en af wijzend tegenover het Opus Dei, maar hij was geïntrigeerd naar de reden voor de vraag. Het bleek dat Shannon enkele mensen had gemaild over een afscheidsfeestje dat ze bijwoonde voor een vriend die Rome zou verlaten. Dat feestje bleek georganiseerd door een Opus Dei-lid: vandaar de vraag naar haar lidmaatschap. Want Opus Dei-leden komen zelden voor hun lidmaatschap uit, zo verwijten critici.

Acht ‘vraagtekens’

De geheimzinnigheid van het Opus Dei is één van de acht ‘vraagtekens’ rond het Opus Dei die Allen behandelt. De andere gaan over zelfkastijding en versterving (inclusief geselkoord en boetegordel), de positie van de vrouw, geld (Opus Dei zou stinkend rijk zijn), de rol van het Opus Dei in de Kerk, in de politiek, de blinde gehoorzaamheid die van leden wordt geëist en rekrutering van nieuwe leden.

Allen is grondig te werk gegaan: hij bezocht leden op verschillende continenten, kreeg inzage in documenten én sprak met ex-leden. Zijn conclusie: er zijn zeker incidenten geweest, maar over het algemeen is de kritiek gebaseerd op vooroordelen. Zo sprak hij met sterke Opus Dei-vrouwen, die de leiding hebben over een school in Kenia – van een ondergeschikte rol was bij hen geen sprake.

Zelfkastijding

En hoewel een meerderheid van de leden hoog opgeleid is, is louter elitevorming niet aan de orde: het credo van de stichter van het Opus Dei Jozefmaria Escrivá, het heiligen van het (dagelijks) werk, oefent ook Manuel Jesus Saaveda, een kapper in Lima (Peru) uit – John Allen zocht hem op. Want dáár gaat het in het Opus Dei om: in eenheid van leven heilig te zijn, je katholiciteit leg je niet af als je over de drempel van je werk gaat.

Ook de andere vraagtekens’ beantwoordt Allen negatief. Er is géén voorgeschreven politieke partijlijn: zo waren er weliswaar enkele leden van Opus Dei minister in het bewind van generaal Franco, maar ook enkele van zijn critici behoorden tot het Werk. En nu nog zijn mensen vrij in hun stemgedrag: politiek is bewust geen issue in het Opus Dei. De zelfkastijding is niet uniek voor het Opus Dei en gebeurt bovendien minder excessief dan de verhalen willen doen geloven. De vermeende rijkdom men zijn ook schromelijk overdreven, rekent Allen voor – het Opus Dei is net zo rijk als een gemiddeld Amerikaans bisdom. En wat de kerkelijke macht betreft: Er zijn 20 leden werkzaam in het Vaticaan (peildatum december 2004) en de 41 Opus Dei-bisschoppen maken 0,9 procent uit van het totaal van 4.000 bisschoppen wereldwijd.

Te zware druk

Critici zullen zich door Allens boek niet gesteund weten, de ronkende ondertitel ‘secrets and power inside the Catholic Church’ komt niet uit de verf: het geheim lijkt te zijn dat er geen macht en geheimen zijn. Het meest kritisch is de auteur over de wervingsmethoden: die waren zeker in het verleden niet altijd correct. Er werd soms te zware druk op mensen uitgeoefend. Maar het beeld van Opus Dei als goed geoliede wervingsmachine klopt niet, de groei is zo’n 650 leden per jaar – wereldwijd.

Het advies dat Allen aan zijn onderwerp geeft is dan ook meer transparantie, zet bijvoorbeeld een bordje met ‘Opus Dei’ bij instellingen die gesticht zijn, dat voorkomt verwijten van geheimzinnigheid. Dat het Opus Dei een deel van de geruchten aan de eigen geslotenheid te wijten heeft, is al doorgedrongen tot de organisatie. Niet alleen werkte het Opus Dei Informatie Bureau in Rome mee aan het boek van Allen, het greep de verfilming van De Da Vinci Code ook aan om zichzelf te presenteren.

Aanwezigheid in Nederland

Ook Opus Dei van Opus Dei-lid Bongaarts kan in deze context begrepen worden. Het behandelt de basis: het leven en werken van de stichter, de hoofdlijnen van de geest van het Opus Dei, de aanwezigheid in Nederland en hoe het Opus Dei is opgebouwd: numerairs en geassocieerde leden, die ongetrouwd blijven (de numerairs wonen doorgaans als een familie in een centrum van het Opus Dei) en de surnumerairs (zo’n zeventig procent van de leden): mensen met een gezin en vaak een baan. Bongaarts’ boek is daarmee een goede introductie.

- J. Allen, ‘Opus Dei’, Penguin Books, Londen 2005, 416 blz., € 15,80, ISBN 9780141024653.

- R. Bongaarts, ‘Opus Dei’, Kok, Kampen 2006, 112 blz., € 13,25, ISBN 9043512249

Roland Enthoven // rkkerk.nl