Lezers van Vazquez de Prada’s biografie over de heilige Jozefmaria zullen Tomas Alvira herinneren als de jonge student die in november 1937 met de heilige Jozefmaria de Pyreneeën overstak om te ontsnappen aan de godsdienstvervolgingen tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Toen de oorlog in 1939 ten einde was, trouwde hij met Paquita Dominguez en stichtte hij een gezin met negen kinderen.
Tomas wilde zich als eerste surnumerair aansluiten bij het Opus Dei, maar de heilige Jozefmaria vroeg hem te wachten totdat de Kerk volledige toestemming had gegeven voor deze weg tot heiligheid voor gehuwden. Tomas sloot zich uiteindelijk in 1947 aan, zijn vrouw Paquita in 1952.
De diocesane fase van het proces van heiligverklaring van Tomas en Paquita Alvira werd formeel afgesloten op 20 september 2012 door de aartsbisschop van Madrid, kardinaal Rouco. De acht nog levende kinderen van het echtpaar waren bij de plechtigheid aanwezig.
De getuigenissen en documenten die tijdens het diocesane onderzoek zijn verzameld, zijn naar Rome gestuurd en worden nu onderzocht door de Congregatie voor Heiligverklaringen.
Tijdens de ceremonie zei kardinaal Rouco: “Wij hebben hier een voorbeeld van de roeping tot heiligheid, dat het Tweede Vaticaans Concilie benadrukte als een universele roeping van alle gedoopten, een pad dat door de heilige Jozefmaria Escriva vanaf 1928 werd gezien en verkondigd.”
Voor de aartsbisschop van Madrid “bevestigt dit proces van heiligverklaring, zoals Benedictus XVI zei, dat heilig zijn niet betekent dat je spectaculaire of vreemde dingen doet of foutloos bent. Het betekent eerder vastbesloten strijden om verenigd te zijn met God in het dagelijks leven, met een oprechte zorg voor de naaste.” Kardinaal Rouco was verheugd over het groeiend aantal leken voor wie het proces van heiligverklaring gaande is, en benadrukte dat “de Kerk mensen die hun roeping tot het huwelijk integraal hebben geleefd als voorbeeld van heiligheid wil tonen.”
Gedurende de plechtigheid sprak Pilar Alvira, het vierde kind van het echtpaar, over haar ouders “enorme vermogen om lief te hebben. De sfeer thuis was er een van enorme genegenheid omdat zij zichzelf geheel voor ons gaven en ons leerden ook zo te doen met anderen.”
Tomas Alvira kwam ter wereld in Villanueva de Gallego, in de buurt van Saragossa (Spanje), op 17 januari 1906 en stierf in Madrid op 7 mei 1992. Na zijn doctoraat in de chemie behaald te hebben, gaf hij les aan het Instituut voor Natuurwetenschappen in Madrid.
Paquita Dominguez werd geboren in Borau in de buurt Huesca op 1 april 1912. Zij stierf in Madrid op 29 augustus 1994. Ze werkte als lerares aan een middelbare school gedurende de burgeroorlog. Aan het einde van de oorlog op 16 juni 1939, trouwden zij en Tomas in Saragossa. Ze kregen negen kinderen, waarvan de eerste, Jose Maria, stierf op vijfjarige leeftijd.
Trouw aan de geest van het Opus Dei, getuigden zij van een christelijk leven en huwelijk voor hun kinderen en vele anderen. Het was een “licht en blij thuis”, zoals de heilige Jozefmaria placht te zeggen.
Zij streefden naar heiligheid door de heldhaftige en voortdurende christelijke deugdzaamheid. De Heilige Mis was het middelpunt van hun innerlijk leven. Met de goddelijke genade en in aanwezigheid van God, gaven zij aan gewone dagelijkse activiteiten een bovennatuurlijke betekenis.
Beiden leden aan een pijnlijke ziekte aan het einde van hun leven. Ze droegen hun lijden op met een diepe bovennatuurlijke blik.